Breunis Pater

:

• Beroep: Los werkman, grondwerker, lijnwerker NS

Aantekeningen:

Omdat hij als vrijwilliger in dienst wilde had hij 'Bewijzen nodig van goed gedrag".
Een ongedateerd kladje (± juni 1921) verteld het volgende:
B.Pater goedgekeurd. Door betrokkenen moet zoo spoedig mogelijk aan mij worden ingezonden:
Militair zakboekje; Bewijs van goed gedrag; Bewijs van Nederlanderschap; Getuigschriften over de laatste drie jaren, dus van ongeveer 15 juni 1918 af. Deze moeten wat de datums betreft zuiver aaneen sluiten er mag geen dag aan ontbreken bijvoorbeeld als er bij twee bazen gewerkt is. Heeft Pater eenige dagen zonder werk geweest, dan moet hij daar zelf een verklaring van geven. Op de getuigschriften moet vermeld zijn wat voor soort werkzaamheden betrokkenen heeft verricht. B.Pater wordt gerekend a.s. maandag 13 juni in dienst te treden. Getekend W.Hofman.
Hierdoor is er een aardig overzicht te verkrijgen van zijn doen en laten. Van de Burgemeester van Linschoten krijgt hij een bewijs van goed gedrag mee, waarin wordt verklaard dat hij gedurende zijn verblijf in die gemeente van 3 december 1917 tot 17 december 1919, is geweest van goed gedrag. Volgens een bewijs van goed gedrag afgegeven op 28 juni 1921 door de Burgemeester van Moordrecht blijkt dat hij sinds 17 december 1919 in Moordrecht woont.
Een verklaring van H. Bikker, landbouwer te Moordrecht geeft aan, dat hij van 18 december 1919 tot en met 14 maart 1921 als boerenarbeider bij hem in dienst is geweest.
Dit houdt dus in dat hij een dag voor zijn huwelijk zich in Moordrecht heeft laten inschrijven om vervolgens in Zwammerdam in het huwelijk te treden en weer een dag later bij Bikker is gaan werken.
Van 14 maart 1921 tot 12 juni 1921 zou hij dan zonder werk zijn geweest. Daarna zou hij in dienst gaan.
Op een Nota van de Nederlandsche Spoorwegen van 23 december 1922 staat dat hij van 20 juni 1921 tot en met 28 October 1922 werkzaam is geweest als hulp arbeider en is ontslagen wegens vermindering van personeel.
Echter twee arbeidscontracten van de Staatsspoorwegen en de Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij geven aan dat hij met ingang van 28 augustus 1921 als wegwerker in hun dienst wordt aangesteld tot en met 25 februari 1922 voor een bezoldiging van ƒ 1454,34 per jaar. Het andere contract strekt van 26 februari 1922 tot 26 augustus 1922, dus telkens per half jaar.
Volgens een Bewijs van Nederlanderschap, uitgegeven 05 Mei 1947 verklaart de Burgemeester van Moordrecht dat Breunis lijnwerker is bij de Nederlandsche Spoorwegen. Volgens een Brand-Polis woonde hij 19 juni 1927 in een woonhuis te Moordrecht, Kanaaldijk C No.30 Zuidplaspolder. Op 4 december 1926 komt er een aantekening: Thans Goudscheweg B 14 Zuidplaspolder. Op 30 december 1931 wordt het Kanaaldijk 51. Op 7 september wordt het Oosteinde P. 16. Op 13 juli 1951 is nummer P.16 verandert in 87. B. Pater woont dan Oosteinde 87 Moordrecht.
Op 21 juli 1945 wordt Breunis lid van de Nederlandsche Christelijke Bouwarbeidersbond. Hij is dan Lijnwerker.
Een ongedateerde oorkonde geeft aan dat hij 25 jaar lid is geweest van het CNV.

Verblijfplaats:
Kwam op 17 december 1919 van Linschoten naar Moordrecht in huisnr. P 16. Dat werd op 1 januari 1950 vernieuwd naar Oosteinde 87. Op 27 augustus 1965 verhuisde hij naar Westeinde 1 en op 16 december 1976 naar Land voor Water 3 waar hij nog 4 jaar verbleef.

Overleden:
Hij woont dan in Huize " Drost IJserman", Land voor Water 3 te Moordrecht.

Breunis Gijsbertha Koetsier 18 dec 1919 (Civil)Zwammerdam. Gijsbertha 23 feb 1897 Utrecht; 11 feb 1981Moordrecht; 16 feb 1981Moordrecht. [Gezinsblad] []

:

• Beroep: Bedrijfsleider

Aantekeningen:

Op 22 sept. 1939 krijgt Willem een oproep dat hij zich kan laten inschrijven voor vrijstelling van de dienstplicht. Op 27 okt. 1939 krijgt hij een oproep om op vrijdag 5 januari 1940 's-morgens om 9.30 uur precies zich aan te melden in de Voormalige Openbare Bewaarschool No.2 aan de Nieuwe Haven No. 312 te Gouda.
Ook hij ontkwam, tijdens de tweede wereldoorlog, niet aan de gedwongen werkzaamheden in Duitsland. Volgens een 'Urlaubsschein' blijkt dat Wim in Duitsland heeft gewerkt als 'Holzarbeiter'. Met dit 'vakantiebewijs' mocht hij van 8 juni tot 20 juni 1943 naar Moordrecht. De reden van de vakantie was een 'Heimaturlaub". Het vakantiebewijs is door de eigenaar van een van een 'Schiffswerft' (scheepswerf) (waar men o.a. houten viskotters maakten) afgestempeld, in Swinemünde (tegenwoordig Poolsgebied) op een eilandje in de monding van de Oder. Op 3-2-1944 kreeg hij een Controlekaart voor buitenlands briefverkeer. Deze kaart moest men laten zien bij het inleveren van een brief. Men mocht maar 2 stempels (dus brieven) per maand hebben. De laatste poststempel van Swinemünde is 24-7-'44. Daarna volgen stempels van Ostswine, een buitenwijk. Hiervan is de laatste op 2-1-'45 afgestempeld. Op 28 april 1945 werden ze bevrijd door de Russen. Op 23 juli 1945 heeft Wim zich weer gemeld, volgens de "Aanmeldingskaart voor gerepatrieerden', in Moordrecht.
Op 15 Sept. 1949 meldt hij zich aan bij de Nationale Reserve (N.R.), waar hij op 27 okt. 1949 als infanterist alszodanig werd aangenomen. Op 16 juli 1951 krijgt hij een oproep om op 30 juli 1951 aan een zesdaagse oefening deel te nemen bij Arnhem. Per 1 Augustus 1954 wordt hij bevorderd tot korporaal vrijwilliger N.R. Dat Wim op 27 sept. 1955 besluit om de N.R.te verlaten blijkt op een antwoord-brief van 10-10-1955. Hierin staat dat hij zes jaar de N.R. heeft gediend en tot de eerste vrijwilligers behoort en "meer als zijn plicht heeft gedaan". Men tracht hem met die brief op andere gedachten te brengen door hem "vrijstelling te geven van de normale verplichtingen" doch dat hij alleen "onder de wapenen dient te komen indien de N.R. zou worden gemobiliseerd" en "zo enigzins mogelijk aan de grotere oefeningen deel te nemen" en "wapen en kleding inspectie te maken". Een niet gedateerd diploma van de N.R. is hem uitgereikt "wegens het met goed gevolg afleggen van het examen voor geoefend soldaat".
Volgens zijn 'Bewijs van Lidmaatschap van de Ned. Chr. Bond van Werkn. i.d. Hout- en Bouwnijverheid' is hij Bedrijfsleider in de meubelindustrie. Op 11 september 1981 werd hem een afscheidsdiner aangeboden door de vereniging voor Chr. Buitengewoon Onderwijs voor Gouda en Omstreken, waar hij secretaris was. Wim was sinds de oprichting lid van de Familie Organisatie Pater.

Verblijfplaats:
Woonde hier voor Graaf Willemstraat 2 te Moordrecht, daarna Land voor Water 27 te Moordrecht.

Willem Dirkje den Hollander 25 jun 1947 (Civil)Moordrecht (ZH). Dirkje (dochter van Pancras den Hollander en Geertruida Johanna van Sprang) 20 jun 1919 Moordrecht; 28 mei 1991Moordrecht; 01 jun 1991Moordrecht. [Gezinsblad] []

:

• Verblijfplaats: 22 dec 1995; Adres:
  Kon. Wilhelminastraat 12
  Nieuwerkerk aan de IJssel 2911 AJ

Aantekeningen:

Verblijfplaats:
Woonden hiervoor Zeepkruid 8 te Nieuwerkerk a/d IJssel.

Trijntje Leendert Verboom 26 mei 1954 (Civil)Moordrecht (ZH). Leendert 29 mrt 1929 Moordrecht; 03 okt 2002Nieuwerkerk. [Gezinsblad] []

:

• Beroep: Huisarts

Aantekeningen:

Ben kreeg op een gegeven moment de smaak van het onderzoek te pakken en leverde nogal wat verhaaltjes voor Het Patertje. Veel uit de periode van 1650-1750 m.b.t. Mr. Johan Pater en Aletta Pater. Hiervoor ging hij regelmatig met zijn vader naar het Gemeente Archief van Utrecht. In September 2007 werd gezocht naar een nieuwe redacteur voor Het Patertje en Ben meldde zich daar voor aan. Het decembernummer was dan zijn eerste.

Verblijfplaats:
Woonde aan de Middellaan 32 te Bilthoven.

Breunes Klazina Jannigje van der Eijk [Gezinsblad] []

Geertruida Johannes Kooij [Gezinsblad] []

Willem Dieuwke Hendrika Meinders [Gezinsblad] []

Gijsbertha Peter de Koning [Gezinsblad] []

Jacob Teuna Jacoba Burger [Gezinsblad] []

Gijsbertha Huibrecht Ouwens [Gezinsblad] []

Breunis Karin Catarina Johanna van der Linde [Gezinsblad] []

Gezin/Partner: Joost van Rooij. [Gezinsblad] []

Gezin/Partner: Mark. [Gezinsblad] []

Gezin/Partner: Ruben. [Gezinsblad] []

Gezin/Partner: Arnoud. [Gezinsblad] []