Gerrit Hermannus Pater

Mannelijk 1916 - 1940  (23 )


Persoonlijke informatie    |    Bronnen    |    Alles    |    PDF

  • Naam Gerrit Hermannus Pater 
    Geboren 09 jun 1916  Utrecht Zoek alle personen met gebeurtenissen in deze plaats  [1
    Geslacht Mannelijk 
    Beroep wachtmeester 
    Verblijfplaats
    • Woonde Dolderseweg 206 te Zeist. Vertrekt op 31 oktober 1938 naar Amersfoort aan de Gr. Nachtegaalstraat 18.

      Bronnen:
      Algemeen overzicht van de strijd om en in de vesting Holland en de strijd tegen de luchtlandingstroepen rondom 's Gravenhage mei 1940. Uitg. Staatsdrukkerij- en uitgeverijbedrijf.
      Doodenwacht bij onze gevallenen door G.H. Hoek.
      Herleefd verleden. Strijd om Valkenburg (Z-H) door Jan Portengen.
      www.mei1940.nl
    Overleden 10 mei 1940  Leiden Zoek alle personen met gebeurtenissen in deze plaats  [2
    • Onder buitengewoon grote belangstelling vond Zaterdag 26 april 1941 de plechtige onthulling plaats van het monument, opgericht ter nagdactenis aan hen, die in de vroege morgen van 10 mei 1940 in de strijd voor het vaderland nabij de Haagsche Schouw het leven lieten.

      Dit monument heeft en plaats gevonden bij de begraafplaats "Rhijnhof", dicht bij het punt, waar op de eersen dag van de oorlog tussen Duitsche valschermtroepen en onderdelen van de Nederlandse Weermacht gevechten geleverd werden. Het waren hoofdzakelijk ongeoefenden van het IIde Depot der Infaterie, die hiermet grote moed het hoogste offer brachten voor de Nederladse zaak. Hun ter ere, verzamelden zich die zaterdag voor het eenvoudige monument, waarin hun namen voor de toekomst bewaard zullen blijven, enige duizenden belangstellenden, waaronder vele nabestaanden en kameraden van de gesneuvelden.
      Leidsch Dagblad 28-04-1941
      Grafsteen op de Ere Begraafplaats militairen de Grebbenberg bij Rhenen.
    Begraven 13 mei 1940  Oegstgeest/Rhenen Zoek alle personen met gebeurtenissen in deze plaats  [3
    • Wordt vermeld op monument bij de Haagsche Schouw te Leiden. Op 13-01-1971 werd hij herbegraven op de Grebbenberg te Rhenen.
    Aantekeningen 
    • In herinnering aan Wachtmeester Gerrit Hermannus Pater. (Pater-Amerongen) De morgen van de eerste dag.

      10 Mei 1940
      In de vroege ochtend van 10 mei 1940 startte de bezetter met operatie 'Fall Gelb'. Vanaf Duitse vliegvelden vertrokken bommenwerpers, jagers en transporttoestellen voor de verrassingsaanval op de vliegvelden Ypenburg, Valkenburg en Ockenburg. Daarnaast werden op de eerste gevechtsdag verscheidene troepen ingevlogen, die de opdracht hadden om vanaf de bezette vliegvelden uit te breken en op te rukken naar Den Haag om de capitulatie af te dwingen. Meer dan 2.000 'Fallschirmjäger' werden ingezet. Deze groep maakte deel uit van de 7de Flieger Division, samen met de 22ste Luftlande Division 16de, 47ste en 65ste Infanterie Regiment. De divisie bestond uit circa 10.000 man.

      De ophaalbrug bij de Haagse Schouw over de Oude Rijn in de autosnelweg 's-Gravenhage - Amsterdam was uiteraard van zeer groot belang voor de verbinding tussen de noord en zuid van de Oude Rijn gelegen delen van de vesting Holland.
      Toen dan ook omstreeks 05:20 uur op 10 mei 1940 bij verschillende commandanten in Leiden meldingen binnenkwamen omtrent de landing van Duitse valschermtroepen bij de Haagse Schouw, begrepen deze commandanten, dat daartegen onverwijld moest worden opgetreden.
      Voor deze commandanten, die de bovenbedoelde berichten ontvingen, was een onderlinge bevelsverhouding in geval van oorlog niet vastgesteld. Hierdoor bleven bevelen uit en handelde ieder naar eigen inzicht. Immers de Depottroepen zijn geen vechttroepen. In dit geval had men in de kazernes slechts jeugdige soldaten, die voor een deel zes en voor een ander deel slechts drie weken geoefend waren.
      Omstreeks 04:15 ontving de Commandant van Vesting Holland de mededeling dat Duitse troepen de oostgrens hadden overschreden.
      Om 04:25 gelastte hij dat de alarmopstellingen ingenomen moesten blijven en alle stafkwartieren volledig moesten worden bezet.
      Om 04:30 kwam voor de Commandant van het 5e depot Afdeling Bereden Artillerie (C. 5 Dep.Afd.BA) de alarmmelding en stuurde omstreeks 05:20 een detachement per rijwiel naar de Haagse Schouw, waar parachutisten zouden zijn geland. Hiertoe behoorde ook wachtmeester Gerrit Hermannus Pater (*09-06-1916 Utrecht + 10-05-1940 Leiden).
      Om 04:40 kwam de melding dat nabij vliegveld Valkenburg parachutisten waren neergelaten. Zowel van uit het noorden (uit Noordwijk), het westen via het strand en de duinen en vanuit Leiden werden diverse compagnieën en Afd. Depots richting het vliegveld gedirigeerd.
      Omstreeks 05:20 werd er gemeld dat een 60 α 75 parachutisten bij de Haagse Schouw waren geland. (Foto: café De Haagse Schouw)

      Leutnant Teusen (SC.3-6./FJR2):
      Anflug und Absetzzeit (6Uhr) stimmten genau. Wir landeten zwischen Südecke Flugplatz und Straße Den Haag - Leiden.
      Sofort nach der Landung ging eine Gruppe rechts und links der Straße Den Haag - Amsterdam in Stelling und sicherte Richtung Den Haag. Die andere Gruppe marschierte Richtung Brücke über den Oude Rijn, erreichte sie ohne Feindberühring und besetzte sie.
      Leiden werd verdedigd door het II Depot Infanterie waarvan overste Sieperda commandant was. Voorts was er nog een gedeelte van het 4e Depot Bereden Artillerie (4 Dep.BA) gelegerd. Het andere deel was in Noordwijk via de duinen richting Katwijk. De westelijke en zuidelijke toegangen naar Leiden moesten worden afgesloten. Anderen kregen opdracht de Haagse Schouw te bezetten.
      Zo waren dan tussen 05:30 en 07:00 uur enige detachementen in compagnieën in opmars naar de Haagse Schouw.

      Nadat de stad rondom beveiligd was trokken verscheidene groepjes soldaten aan weerszijden van de Rijn op om de Haagse Schouw te heroveren. Ook majoor Mulder was, als commandant van het 22e Depotbataljon, hoogstpersoonlijk afgedaald naar het gevechtsterrein om daar de situatie in ogenschouw te nemen.
      Omstreeks 06:00 vertrok wachtmeester Pater, een korporaal en 24 met karabijnen bewapende manschappen per rijwiel langs de Haagweg naar de Haagse Schouw.
      Bij de spoorwegovergang De Vink bevond zich reeds het detachement Kaderopleidingen die geen mitrailleurs of handgranaten hadden waardoor het voor hen geen zin had door te gaan naar de Haagse Schouw. Zij moesten dit kruispunt verdedigen en eventueel verkeer regelen.
      Pater kreeg van die commandant de mededeling voorzichtig op te treden aangezien de vijand zich vermoedelijk reeds tussen de Haagse Schouw en De Vink bevond.
      Ze rukten op, aanvankelijk nog per rijwiel, later, nadat vuur was ontvangen uit een vliegtuig, te voet tot 50 meter van de brug bij de Haagse Schouw. Een soldaat van een achtergelaten patrouille raakte gewond door een schot van onbekende herkomst.
      Pater nam waar, dat zich op de brug een vijandelijke mitrailleur bevond, die achter een paar auto's in stelling stond.
      Nadat delen van II Dep.Inf., waarbij de commandant 22 Dep. Bat., ter plaatse waren aangekomen, sloot het detachement van Pater zich daarbij aan.

      De Duitse brugbezetting had zich verdekt opgesteld en liet argeloos naderende auto's pas op het laatste moment stoppen. Daarna werd het voertuig toegevoegd aan de wegversperring! Dat was zo meerdere keren goed gegaan. De majoor C.-22 Dep.Bat. kreeg dat door een gesprek met burgers in de gaten en om 07:30 stuurde hij een adjudant-instructeur met een groepje onderofficieren, korporaals en recruten in een vrachtauto uit de Morspoortkazerne te Leiden, er op af. De route ging over de Haagweg en de Hoge Rijndijk in de richting van de Haagse Schouw. De majoor zelf volgde met een ordonnans, op enige afstand per rijwiel. Hij ontmoette zodoende een groepje recruten van de artillerie onder commando van een adjudant-pikeur van de remonteafdeling 3-4-II Dep.B.A. (plaats waar jaarlijks oude paarden worden vervangen) welke geheel ongewapend was. Of hij die in zijn kielzog meegevoerd heeft staat niet beschreven. Zonder beschoten te worden konden die tot 300 meter van de brug naderen. Daar werd gestopt en lopend verder gegaan.
      Voortgaande kon hij tot op 80 meter de Haagse Schouw naderen. Het viel hem op dat er bij het café aan de Haagse Schouw (op schilderij links) enige burgers stonden. Hij stond nu bij een huis waarvoor een artillerist en een burger stonden (op schilderij rechts). Desgevraagd gaven die te kennen dat achter het huis de brug goed te zien was. De majoor kon daar inderdaad waarnemen dat er onder de auto's die op de brug stonden twee Duitse soldaten lagen. Hij aarzelde niet lang, leende van iemand een karabijn en miste niet. Beide Duitsers werden getroffen. De zo plotselinge schoten verrasten de anderen en er ontstond verwarring. De majoor stormde toe, vergezeld van sergeant Lovink en werd een derde Duitse soldaat gedood. Twee anderen gaven zich over waarbij twee mitrailleurs werden buitgemaakt.
      Om ongeveer 08:00 uur was de brug weer in Nederlandse handen!

      Ook het naast de brug gelegen café, dat nog steeds als hotel-restaurant dienst doet, werd onmiddellijk daarop door de adjudant en zijn trawant heroverd. Via de achterkant hadden ze een goede uitkijkpost richting Valkenburg.

      De brug lag echter nog steeds onder het vuur van een Duitse mitrailleurpost die niet ver van het café achter een steenhoop lag verschanst, aan de zuid-westelijke Rijnoever en langs de weg naar Valkenburg. Deze maakte een voorwaarts gaan over de Hoge Rijndijk, die geheel bestreken werd, hoogst gevaarlijk. Het kostte een adjudant en acht soldaten, die net met die vrachtauto aangekomen waren, het leven. Opnieuw greep majoor Mulder razendsnel in. Vanuit de achterdeur van het café bestormde hij, vergezeld van een zekere adjudant De Jager, de vijandelijke stelling. Daarbij werd een Duitse officier (Leutnant Grissel) en een Duitse soldaat gedood. De Duitse bemanning was zo overdonderd, dat ze zich uit de voeten maakte.
      Maar nog was niet alle Duitse vuur geblust. De in paniek gevluchte parachutisten konden niet verder worden achtervolgd. Ze trokken zich strategisch terug op de dichtstbijzijnde boerderij, bewoond door de families Kuiper en Westgeest. Een tweede woonhuis annex boerderijtje was gelegen aan de Rijnzijde van de Valkenburgseweg. Zo mogelijk nog dichter bij het cafΘ gelegen. Dat was het domein van Van der Ende. Voorts was er ruim vijftig meter verderop de grote boerderij van Van Dorp aan de westzijde van de Valkenburgseweg gelegen. Welk van deze boerderijen bedoeld werd moet in het midden gelaten worden.
      In ieder geval was de aanwezigheid van de vijand daar een doorn in het oog van overste Sieperda die inmiddels gearriveerd zelf dat varkentje wilde wassen. Vanaf de overzijde van de Rijn (dat moet ongeveer ter hoogte van de begraafplaats Rhijnhof geweest zijn) liet hij een peloton van zijn mannen de rivier oversteken met behulp van een aantal vletten om de vijand in de rug aan te vallen. Daarnaast werd bevel gegeven om twee mortieren te laten aanrukken om eerst de boerderij in puin te schieten. Die moesten nog van Leiden komen. Daarom werd besloten de overtocht alvast te wagen. Het peloton kwam vrijwel heelhuids aan de overzijde, ondanks Duitse beschietingen.
      Inmiddels waren de mortieren gearriveerd, die werden niet ingezet omdat de eigen mensen reeds dicht bij de boerderij gekomen waren. Maar goed ook want nog voor hen was het huis reeds bezet door een ander peloton dat vanaf de Haagse Schouw opgerukt was. In hoeverre die twee pelotons van elkaars optreden op de hoogte waren wordt niet beschreven. Noch wat er gebeurd zou zijn als er toch besloten was de boerderij te beschieten!

      Nu kreeg de groepscommandant van het 22e depotbataljon, dienstplichtig sergeant Van der Schoor, de ruimte. Slechts vergezeld van ΘΘn soldaat (H. van Straten van het 15e depotbataljon) wist hij het voorhuis binnen te dringen van de boerderij (het huis van Kuiper en Westgeest) waarin de Duitsers zich verschanst hadden. Via een trap kon hij zodoende op de zolder van het vijandelijk onderkomen hun doen en laten in de stal gadeslaan. Beneden waren een aantal parachutisten druk bezig door ieder gat te schieten. Telkens als zij schoten, schoot ook de sergeant met zijn pistool zodat ze hem niet hoorden en niet begrepen vanwaar de schoten kwamen die drie van hun kameraden troffen. Pas toen soldaat Van Straten zich in het gevecht mengde en met zijn geweer een vierde Duitser neerschoot liepen de twee insluipers in de gaten. De sergeant die zich ontdekt zag, wist nog een gevonden Duitse handgranaat naar beneden te gooien. Daar brak paniek uit terwijl er buiten werd geroepen dat de Nederlanders zich terug moesten trekken, er zouden mortieren ingezet worden! De sergeant liet Van Straten de trapopening bewaken en begaf zich door het dakraampje naar buiten om de schietlustige landgenoten aan de overzijde te beduiden dat mortiergeweld niet meer nodig was! Dat werd kort daarop meer overtuigend bewezen door de Duitsers die zo verstandig waren de witte vlag uit te steken en zich over te geven. Vijftien Duitse soldaten werden gevangen genomen. Daarna rukten de recruten ongeveer 400 meter op tot de Korte Watering. Dit alles geschiedde bij de Haagse Schouw in de vroege morgen van de 10e mei.
      De auteur G.H. Hoek geeft een ietwat andere lezing van de herovering van de boerderij die volgens hem door een stoute sprong van een adjudant en vier manschappen werd uitgevoerd. Bij de strijd die daarop van kamer tot kamer werd gevoerd vond de onderofficier een Duitse handgranaat en gebruikte die, met succes. Het is overigens niet ondenkbaar dat de boerderij van twee zijden aangevallen werd maar ook dat dit laatste verhaal slaat op die andere dichtbij gelegen boerderij!
      Nog weer iets anders wordt verteld in het verslag dat kapitein Driebeek, commandant IVe Depot BA, opmaakte. Op 10 mei omstreeks 5 uur 's-morgens vertrokken uit de Doelenkazerne te Leiden 24 man in veldtenue gewapend met de karabijn en 50 patronen onder bevel van wachtmeester Pater en korporaal Faber. Zij fietsten over het Noordeinde kwamen bij de spoorwegovergang en zouden via De Vink naar de Haagse Schouw gaan. De opdracht was om de aldaar gelegerde infanterie te versterken. Bij de spoorwegovergang was een wacht van de infanterie. Ze waarschuwden voor Duitsers die mogelijk tussen de Vink en de Haagse Schouw zouden zitten. Even voorbij een steenopslagplaats werden de fietsen onder de bomen gezet. Daar werden ze beschoten door een Duits vliegtuig dat laag overkwam. Ze konden zich tijdig dekken. Korporaal Faber bleef met drie man achter om de steenplaats te doorzoeken. Ze vonden niets maar moesten daar blijven en voor rugdekking zorgen in opdracht van de wachtmeester. De anderen liepen het veld in waarbij Akse een schot door zijn schouder kreeg. Hij kroop naar het eerste het beste huis. Daar heeft een ziekenwagen hem opgehaald. Uit de daar tegenover liggende boerderij (Kings farm) kwamen een stuk of wat Remonte-rijders aanlopen, sommigen met een paard, ze hoorden daar waarschijnlijk thuis. Walles stak daarna de Rijndijk over om ze te waarschuwen en ging in een spinazieveld in dekking. Hij werd daar beschoten vanuit een plaats verder oostelijk in het terrein gelegen. Zodra hij maar even zijn hoofd optilde om te kijken kwam er een schot! Op dat moment arriveerde een auto met infanteristen. Zij trokken het terrein in en wisten de sluipschutter dood te schieten.
      De patrouille ging met wachtmeester Pater voorop voorzichtig verder in de richting van de Haagse Schouw. De weg daar konden ze tot 50 meter naderen, toen pas werden ze beschoten. De wachtmeester en Deden stelden zich verdekt op maar zo dat ze de brug konden zien. Daar stond een vijandelijke mitrailleur die het kruispunt bestreek en zelf gedekt stond achter een stel vrachtauto's.

      Op dat moment kwam majoor Mulder van de infanterie naar hen toe. Die zal daar wel ergens ingekwartierd zijn.
      Zij deelden Mulder mede, dat hij achter het huis een Duitser kon zien op de brug. Geef me je karabijn even, zei hij tegen Loman. Daar gelukte het hem met de karabijn van artillerist Loman met twee schoten één te doden en de tweede door de helm aan het hoofd te verwonden. Hij kon goed schieten, die man, en schoot de vijand achter de mitrailleurs vandaan.

      Weer met een snelle loop had Mulder het geluk de oprit van de Schouw te bereiken. De sergeant Lovink voegde zich bij Mulder. Tegelijk schoten zij op de derde Duitser die gedood werd, waarop de rest van de bezetting zich overgaf. Resultaat: de brug vrij ten ca. 08:00 en van de vijand twee doden, één gewonde en twee gevangen. Tevens vonden zij twee mitrailleurs.
      Daarna zijn door de patrouille nog vier Duitsers gevangen genomen.
      De majoor gaf Pater vervolgens opdracht een mitrailleur onschadelijk te maken. Die stond opgesteld naast de Valkenburgseweg bij de boerderij van Kuiper.
      Ze renden de grote weg over naar café de Haagse Schouw, zo ook de majoor van de infanterie.
      Wachtmeester Pater en Deden gingen daarop naar voren en legden zich in hinderlaag bij boer Van der Ende tegenover de boerderij van Kuiper. De wachtmeester maakte een sprong vooruit in de richting van Valkenburg.
      Ze kwamen bij een hoop stenen op de Valkenburgseweg en zochten daarachter dekking.
      Op dat moment kwamen ze onder vijandelijk mitrailleurvuur en, op adjudant De Jager en korporaal De Leeuw na, gedood. Deze twee voegden zich bij majoor Mulder. Gesneuveld waren, voor zover Mulder kon nagaan, de adjudant De Vries, zijn ordonnans Velders, wachtmeester Gerrit Hermannus Pater (* 09-06-1916 Utrecht + 10-05-1940 Leiden) en twee artilleristen.
      Toch zag Deden tot twee maal toe kans raak te schieten. Inmiddels hadden Brink, Reinsma en Kuilder zich bij Deden gevoegd. Ze hielden de boerderij onder vuur. Vandaar werd toen nog een enkel schot gelost. Het was een uur of acht, negen. Toen kwam de infanterie en nam de bewaking over. Toen ze zich verzamelden werd Heinz vermist. Wachtmeester Pater lag in het café Haagse Schouw, hij was gesneuveld. Kuilder en Loman hebben hem zien liggen. Dirk Reinsma was gewond.
      Postuum kre
    Persoon-ID I1634  Pater Amerongen
    Laatst gewijzigd op 14 mei 2020 

    Vader Gerrit Pater,   geb. 28 feb 1886, De Bilt Zoek alle personen met gebeurtenissen in deze plaats,   ovl. 05 apr 1959, Zeist Zoek alle personen met gebeurtenissen in deze plaats  (Leeftijd 73 ) 
    Moeder Marretje van der Tol,   geb. 07 feb 1889, Westbroek Zoek alle personen met gebeurtenissen in deze plaats 
    Getrouwd 03 sep 1915  De Bilt Zoek alle personen met gebeurtenissen in deze plaats  [4
    Gezins-ID F178  Gezinsblad  |  

  • Bronnen 
    1. PK vader.

    2. GA Amersfoort.

    3. Herleefd verleden.

    4. PK. RAU toeg 463 inv 234 De Bilt.