|
1910 -
Generatie: 1
Generatie: 2
3. | Anna Maria Pater 11 feb 1872 Leeuwarden (dochter van Frans Pater en Beatrix Julia Josephine Bosschart); 04 jun 1956Den Helder. Aantekeningen:
Haar jongste jaren bracht Anna Maria door in Leeuwarden. Op 13-jarige leeftijd ging ze met het gezin mee naar de stad Groningen, dit was in 1885. Haar vader werkte daar als boekhouder en ze woonden in de Heerestraat. Slechts drie jaar later overleed haar moeder en het jaar daarop haar vader. Anna werd tevens gescheiden van de jongste drie gezinsleden, die naar andere verzorgingsplaatsen moesten. Ze ging met de oudste twee broers samen wonen aan de Frederikstraat. Het was een zeer slechte tijd voor dit 17-jarig meisje. Echter de ellende ging in rap tempo door. In juli 1891 vertrok broer Johannes voorgoed uit Nederland met bestemming Afrika. Broer Henri had een slechte gezondheid en overleed in januari 1893 aan "keeltering". Helemaal alleen bleef ze over, 21 jaar jong. Op 7 maart van het jaar 1893 vertrok Anna uit Groningen naar Ulrum.
Aantekeningen:
In 1927 woonde Anna Maria te Den Helder.
|
Generatie: 3
6. | Frans Pater 07 apr 1831 Leeuwarden (zoon van Hendrik Pater en Taetske Riemersma); 17 mrt 1889Groningen. :
- Beroep: boekhouder, koopman en winkelier
Aantekeningen:
Bij vonnis van de Arr.Regtbank te Leeuwarden, dd. 15 Junij 1882, is FRANS PATER, Koopman en Winkelier (div. reclame advertenties) te Ternaard, verklaard te zijn in staat van faillissement, aangevangen den 12 Junij bevorens.
Overleden:
In de overlijdensadvertentie van Frans staat verder: Nog treurende over het verlies onzer dierbare moeder, trof ons heden andermaal een zware slag, door het overlijden van onzen geliefden Vader, den Heer FRANS PATER, in de ouderdom van 57 jaren. Getekend door Henri, Johannes, Anna Maria, Johan, Charles Hugo en Albertine Pater.
Frans Beatrix Julia Josephine Bosschart 17 jul 1867 (Civil)Leeuwarden. Beatrix (dochter van Adrianus Johannes Hendrikus Bosschardt en Anna Maria Broumans) 21 aug 1836 Roosendaal; 01 jun 1888Groningen. [Gezinsblad] []
|
7. | Beatrix Julia Josephine Bosschart 21 aug 1836 Roosendaal (dochter van Adrianus Johannes Hendrikus Bosschardt en Anna Maria Broumans); 01 jun 1888Groningen. Aantekeningen:
Overleden:
Ovl. adv.: Heden overleed onze innig geliefde Echtgenoot en Moeder BEATRIX JULIA JOSEPHINE BOSSCHART, in de ouderdom van 51 jaren. Groningen, 1 Juni 1888. Mede namens mijne Kinderen; F. Pater.
Aantekeningen:
Op 25 mei 1877 verhuisde dit gezin naar Ternaard. In maart 1885 naar Groningen.
|
Generatie: 4
12. | Hendrik Pater 07 jan 1796 Leeuwarden; 24 jan 1796 Leeuwarden (zoon van Joannis Georgius Pater en Grietje (Hendriks) Suidhoff); 09 nov 1871Leeuwarden. :
- Beroep: zilversmid, blauwverver, linnenverver en marktmeester
Aantekeningen:
Uit de Leeuwarder Courant van zaterdag 6-1-1996.
Menslievende blauwverver bekommert zich om drenkelingen
Dossier Leeuwarden door Jaap Hellinga
Dit is een aflevering in een reeks historische verhalen over de stad Leeuwarden.
De artikelen komen tot stand in samenwerking met het Leeuwarder Gemeentearchief, dat een schat aan opmerkelijke, vaak bizarre gegevens over vroegere Leeuwarders bevat.
BLAUWVERVER Hendrik Pater en zijn vrouw Gaetske Riemersma moeten het goed met de mensheid voor hebben gehad. Het winterde al enige dagen in de Friese hoofdstad en de grachten waren op 31 januari 1831 dan ook dichtgevroren. De ijslaag was echter nog dun en op verschillende plaatsen onbetrouwbaar. Maar ook in de vorige eeuw waren er genoeg waaghalzen die zich daar niet door lieten afschrikken. Tientallen Leeuwarders bonden de ijzers onder voor een tochtje over de bevroren wateren in en rondom de stad.
Pater vreesde dat "het broze ijs, aan den invloed der middagzon blootgesteld, eenmaal voor het gewigt der zorgelooze schaatsenrijders zoude bezwijken". Vanwege zijn werk als "blaauwverver", hij verfde stoffen, was de ambachtsman vaak op de stadswallen en binnensingels te vinden. Hij had een goed zicht op de kwaliteit van de ijsvloer en die boezemde hem weinig vertrouwen in.
Op de ochtend van 31 januari had Pater nog verschillende bakens uitgezet "of laten uitzetten, langs de plaatsen op het ijs, waar hij hetzelve gevaarlijk rekende". Natuurlijk waren er eigenwijze lieden die zich niets van de waarschuwingstekens aantrokken.Het kon niet uitblijven. Rond een uur 's middags liepen de eerste twee al een nat pak op.Zij hadden zich binnen het afgebakende vak gewaagd en waren er prompt door het ijs gezakt.
Slechts met veel moeite kon het onfortuinlijke duo op de kant worden geholpen, waarna Pater en zijn echtgenote de schaatsers "in hunne woning hulp verleenden, verzorging en verkwikking edelmoediglijk aanboden en in persoon toedienden".
De geredden waren nog maar net vertrokken, of er deed zich een tweede ongeluk voor.Niet ver van het eerste wak waren opnieuw mensen door het ijs gezakt. Twee vrouwen waren in zorgelijke toestand op de oever getrokken. Hoe lang ze in het het ijskoude grachtwater hadden gelegen, blijft duister. Wel is duidelijk dat de slachtoffers er uitermate slecht aan toe waren.
"Pater, op het gerucht toegesneld, wendde niet alleen zelf pogingen tot redding aan, maar stelde, ofschoon niet ver vandaar verschillende herbergen stonden, zonder eenig aarzelen zijn huis open voor schijnbaar levenlooze drenkelingen". Beiden werden de woning binnengedragen en vervolgens in afzonderlijke vertrekken "opgenomen, verpleegd en op de bedden der huisgenooten gelegd".
"Het was een treffend schouwspel, hoe onder de toevloeyende menigte waarmede het niet zeer ruime gebouw al spoedig opgevuld was, Pater en zijne huisvrouw zich in de weer stelden voor de ongelukkigen; hoe deze hare krachten aanwendde, kasten ontsloot om kleederen, linnengoed en verplegingstukken te verschaffen; hoe gene van elders brandewijn en wrijvingsmiddelen met milde hand aanbragt en toediende."
Ondanks de verwoede reddingspogingen zou er zich een drama in het huisje van de blauwverver afspelen. "Aan de eerste drenkelinge werden, bij behoorlijke verwarming, de middelen der kunst aangewend, welke voor de tweede, vruchteloos bevonden werden."
De schaatsster blies haar laatste adem uit. "Welk eene blijdschap aan den eenen kant de gevoelige man liet blijken, toen de eene drenkeling teekenen van leven openbaarde, en hoe integendeel zijn hart tot hooggaande "ontroering kwam bij de tijding, dat de andere gestorven was."
De overlevende werd nog enige tijd in het huis van Pater verzorgd. De zes kinderen van het gezin moesten zich zolang maar anders behelpen "tot dat de drenkelinge in behouden staat, eerst den volgende voormiddag, dit verblijf van menschlievendheid verliet". De diepbedroefde vader van de gestorven vrouw wilde de Leeuwarder een schadeloosstelling aanbieden. Daar moest Pater niks van weten.
Zoveel goedheid, dat wekte uiteraard de nodige bewondering bij de stadsgenoten. Het stedelijk bestuur deed een vergeefse poging de edelmoedige Leeuwarder te belonen. Het was uiteindelijk de Maatschappij Tot Nut van 't Algemeen die met een passende beloning voor Pater en Riemersma kwam. Het echtpaar ontving een zilveren medaille en een getuigschrift, waaruit voor dit artikel veelvuldig werd geciteerd. Een financiėle vergoeding bleef Pater consequent weigeren: "Ik heb mijn pligt gedaan, en geen geld moet mij dat bewustzijn in mijn binnenste ontnemen."
Hendrik Taetske Riemersma 24 sep 1815 (Civil)Leeuwarden. Taetske (dochter van Johannes Fransen Riemersma en Albertje Jans Dijkstra) (00-00-1795); 29 mrt 1850Leeuwarden. [Gezinsblad] []
|
13. | Taetske Riemersma (00-00-1795) (dochter van Johannes Fransen Riemersma en Albertje Jans Dijkstra); 29 mrt 1850Leeuwarden. Aantekeningen:
Overleden:
Volgens overl. adv. overleed Taetske na een langdurige ziekte. Jacob Rodenburg werd voogd over de minderjarige kinderen.
In sommige advertenties wordt Taetske geschreven met een a en een e aan elkaar, dus Tętske of TĘTSKE.
Aantekeningen:
De ouders van Taetske waren in 1815 beiden overleden, waardoor haar voogd bij het huwelijk aanwezig was; genaamd Anne Jacob Rodenburg.
Getrouwd:
Bij zijn huwelijk was Hendrik, evenals zijn vader, zilversmid. (Merkteken is bekend). Hendrik was ook nog linnenverver en marktmeester.
|
| |