|
|
Generatie: 1
Generatie: 2
Generatie: 3
6. | Jacob Pater 23 jun 1897 Haarlemmermeer (zoon van Arie GV1 Pater en Aaltje Raan); 22 dec 1985Naaldwijk; Naaldwijk. :
- Beroep: Machinebankwerker
- Verblijfplaats: 17 jul 1985; Adres:
Verdilaan 43 Naaldwijk
Aantekeningen:
Al op 11 jarige leeftijd moest hij de lagere school verlaten om te gaan werken. Zijn oudere broer Johan moest doorleren en dat ging ten koste van de andere broers. Hij begon in Haarlem bij Beijnes Machine Bouw, onderdelen voor spoorrijtuigen.
Als vurig socialist en sociaal bewogen, net als zijn oudste zuster Anna en broer Arie, werd hij op zijn circa 20e lid van ANMB (Alg. Ned. Metaalbewerkers Bond)
In 1924 trouwde hij en verhuisden zij naar Amsterdam, Palembangstraat 61 naast zijn zuster Truus en zwager Max van Norden. Hij ging werken bij Werkspoor tot de crisisjaren en daarna bij Scheepswerf Dukro + Brauns aan de overkant van het IJ.
In deze periode was hij ook actief in de vereniging Neeltje Pater.
Na de februaristaking in 1941 werd hij opgeroepen voor werk in Duitsland. Hij dook toen onder via zijn zwager Max van Norden bij Henk van Norden in De Lier en ging werken bij Machinefabriek Smit en van Norden.
Daar werd hij onmisbaar en kon na enige tijd, in mei, zijn vrouw en 2 dochters laten overkomen, dit moest in het geheim en binnen 1 dag gebeuren zodat de beide dochters alles in Amsterdam kwijt raakten en vanuit de grote stad in een heel klein dorp terecht kwamen. Honselersdijk in de Amalia van Solmsstraat.
In 1945, als lid van de BS (Binnenlandse Strijdkrachten), werd hij aangesteld als bewaker in kamp Vlaardingen (licht gestraften).
In 1946 kwam hij bij de Keuringsdienst van Waren en in 1948 ging hij naar Robur, een constructiewerkplaats voor tuinbouwgereedschap. Hier bleef hij tot 1960 toen hij met ziekteverlof ging.
Binnen de vakbond was hij kaderlid en had vele functies. Vooral omdat hij altijd zijn sociale hart liet spreken en niet tegen onrechtvaardigheid kon. Hij kon (familietrekje) altijd zijn zin doordrijven op een rustige manier. In het begin was hij jeugdleider en organiseerde kampeertochten in het Gooi. Later werd hij afdelingsbestuurder en gaf ook leiding aan de emigratiecommissie. Als stagebegeleider was hij zeer geliefd.
Ook in de politiek was hij als kaderlid zeer actief.
Op leeftijd gekomen richtte hij in Naaldwijk het Praathuis (voor bejaarden) op. In dit verband was hij de onderhandelaar met de overheid.
Verblijfplaats:
20/11/1924: Amsterdam Palembangstraat 59 2.
13/05/1925: Palembangstraat 61.
29/05/1941: Honselersdijk Amalia van Solmsstraat 31.
05/05/1962: Naaldwijk B. van Doornstraat 32.
20/02/1976: De Hunselaerstraat 92.
27/09/1983: Verdilaan 43.
Jacob Wilhelmina Baumeister 20 nov 1924 (Civil)Haarlem. Wilhelmina (dochter van Gerhard Heinrich Baumeister en Anna Margaretha Menke) 21 aug 1898 Haarlem Koolmanstraat; 17 jul 1985Naaldwijk Honselersdijk; 21 jul 1985Naaldwijk. [Gezinsblad] []
|
Generatie: 4
12. | Arie GV1 Pater 04 dec 1861 Haarlemmermeer (zoon van Jacob Arie GV2 Pater en Trijntje Koorn); 28 nov 1928Soestdijk Soest.; 03 dec 1928Soest Ned.Herv. begrpl.. :
- Beroep: Marinier, veldwachter,besteller,varensgezel,werkman
- Verblijfplaats: 28 nov 1928; Adres:
Beckeringweg 18 Soestdijk
Aantekeningen:
Begonnen als broodbakkersknecht in de Haarlemmermeer. Hij was marinier van 2-10-1879 tot 01-10-1887. Op 01-05-1884 werd hij bevorderd tot Marinier 2e klas en op 01-02-1885 tot Marinier 1e klas. Van 1883 tot 1887 deed hij dienst op Z.M.S. de Ruyter in Ned. Indie, tijdens de Atjeh Oorlog 1873-1890. Hij ontving de Bronzen medaille (met brevet en ereteken) voor 12 jr trouwe dienst, tropenjaren tellen dubbel. Volgens hemzelf was hij eerlijk en trouw. Bron zakboekje Kon. Ned. Marine.
In 1890 was hij veldwachter in Hoofddorp.
Haarlems Dagblad 13-06-1890: 2 veldwachters in uniform waren in gevecht en moesten gescheiden worden door collega's in Haarlem omdat 1 van de 2 ene Arie Pater in kennelijke staat van dronkenschap was.
Hij werd hiervoor veroordeeld op 27 november 1890 tot 6 weken celstraf uit te zitten in Goes van 11 april tot 23 mei 1891
In 1901 was Arie penningmeester van de Bond van Oudstrijders Afd. Haarlem,
ca 1906 werd hij afgezet wegens herhaaldelijke kastekorten
In het Haarlems Dagblad van 26-04-1907 moet Arie voorkomen in een rechtzaak: Oplichting met valse facturen. Na ontlastende verklaringen van buren en zijn vader wordt de zaak verdaagd naar 30-04-1907.
De verklaringen blijken dan bezijden de waarheid en de officier eist 1 maand gevangenisstraf. Op 09-05-1907 Uitspraak. De Rechtbank veroordeelde heden A.Pater, besteller te Haarlem, wegens oplichting tot 3 maanden gevangenisstraf.
Vanaf 01-08-1910 werkte hij als als matroos op de binnenvaart bij een Duitse rederij tot 21 september 1914 (begin 1e wereldoorlog) Bron: Dienstbuch.
In 1915 werd hij op verzoek van zijn vrouw Aaltje Raan gedaagd te verschijnen voor de Arrondisementsrechtbank te Haarlem voor de echtscheiding, hij was toen al enkele jaren zonder vaste woon- of verblijfplaats.
Hij heeft op 17-04-1919 'n paspoort gekregen voor 1 jaar en woonde toen in Amsterdam. Hij komt voor op de Amsterdamse kiezerslijst van 22-5-1919.
Arie Aaltje Raan 20 jul 1888 (Civil)Haarlemmermeer, 20 mrt 1916 Haarlemmermeer. Aaltje (dochter van Johannes Raan en Jantje Ariensdr Pater) 26 apr 1867 Opperdoes; 04 apr 1964Haarlem; 08 apr 1964Driehuis Westerveld. [Gezinsblad] []
|
13. | Aaltje Raan 26 apr 1867 Opperdoes (dochter van Johannes Raan en Jantje Ariensdr Pater); 04 apr 1964Haarlem; 08 apr 1964Driehuis Westerveld. :
- Beroep: Huisvrouw
- Verblijfplaats: 28 jul 1949; Adres:
Da Costatraat 36 Haarlem
Aantekeningen:
Ca 1885 kwam zij in huis bij haar zuster Jannetje om te helpen in de winkel in Heemstede die CFW Schulz in 1883 gekocht had van Jacobus Roest.(bron Ettema)
Heeft zij daar haar neef Arie Pater ontmoet?
Hun jongste zoon is vernoemd naar deze CFW Schulz.
Na het definitieve vertrek ca 1908 en de scheiding van Arie Pater, moest zij zelf in haar onderhoud voorzien. Zij bleef achter met 7 kinderen tussen 8 en 16 jaar oud. Zij leefden van de inkomsten van haar kinderen die allemaal, behalve Johan, vanaf hun 12e moesten werken. De oudste dochter Kniertje had al in 1910 het huis verlaten om intern in dienstbetrekking te gaan. Verder vulde zij haar inkomsten aan met kostgangers. Sommigen bleven zeer lang. Later werd zij in het huishouden ook geholpen door haar kleindochter Alie(van Kniertje) die ook voor 15 cent de schoenen van de kostgangers poetste.
Een van die kostgangers was Fokko Schroor die via een collega van zoon Johan als baby binnenkwam. Hij was met zwakke botten geboren en raakte al snel invalide. Toch is hij nog onderwijzer in Harderwijk geworden.
Op vrijdag 16 april 1943 om 19.30, net na het vertrek van Alie na een schoonmaakbeurt, viel er een bombardement van de Engelse RAF op de Amsterdamse buurt (zij misten het Werkspoor), Cremerplein en Da Costastraat werden zwaar getroffen met 85 doden en meer dan 100 gewonden. Aaltje Raan ontsnapte net door over de schutting te springen. Ze zag haar huis met alles erin instorten en afbranden. Zij werd ondergebracht bij buren en kreeg daarna een huis in de Javastraat. Later werd haar oude huis opnieuw opgebouwd en kon ze weer terug. De sleutel werd haar feestelijk gegeven door haar kleinzoon Charles (van Jan). Na enige tijd zorgden haar zoons Carl en Johan voor hulp in huis tot aan haar dood. Johan en Truus waren er bijna elke zondag en er was altijd wel iemand van haar familie op bezoek.
Op haar begrafenis stond een lange stoet rouwauto's in de straat want al haar kinderen, kleinkinderen en oudste achterkleinzoon met alle partners moesten mee. Voor de kinderen was het toch triest maar de rest had een feestdag. Het was de laatste maal dat alle neven en nichten bij elkaar waren.
Op de rouwkaart werd ook Maartje Steeman genoemd, de laatste hulp, en F. Schroor en familie. Het huis was eigendom en werd aangekocht door Charles met de afspraak dat Maartje er mocht blijven wonen. Het geld werd door de 5 overgebleven kinderen (haar dochter Truus was 2 weken voor haar moeder kinderloos overleden) en Maartje gedeeld. Later is het huis weer doorverkocht en de meeropbrengst werd door Charles gedeeld met zijn familie. Hij deed veel moeite om de band met zijn broers en zuster te bewaren.
Verblijfplaats:
Zij woonde hier van ca 1900 tot 1964.
Begraven:
Ook zoon Charles en Ankje Stinne.
Aantekeningen:
Gescheiden:
De akte is van 20-3-1916, Haarlemmermeer. gemeld 21-09-1915?
|
15. | Anna Margaretha Menke 15 jan 1858 Bennebroek; 19 dec 1928Haarlem. Aantekeningen:
V: Pieter Hendrik *19-05-1833 Haarlem +22-09-1912 Haarlem A750, M: Johanna Medenblik *23-04-1834 Bennebroek +28-02-1913 Haarlem A196, 5 kinderen.
Aantekeningen:
6 kinderen
Kinderen:
- 7. Wilhelmina Baumeister 21 aug 1898 Haarlem Koolmanstraat; 17 jul 1985Naaldwijk Honselersdijk; 21 jul 1985Naaldwijk.
|
|
| |