Johannes Trouwee

:

• Verblijfplaats: 30 jul 1991; Adres:
  Arabislaan
  Den Haag

Aantekeningen:

Joop heeft veel over zijn familie verteld. Hij is bij zijn vader in de zaak begonnen. Zij verkochten toen ook al brillen waardoor hij zich verder in de optiek specialiseerde. Dit heeft zijn hele leven geboeid. In die tussen tijd leerde hij Hendrika kennen die verpleegster was. Hij heeft zich zelf opgewerkt en toen er een pand naast die van zijn vader vrijkwam is hij daar ingegaan. Zo waren er een opticiën en een zilversmid naast elkaar. Hij had een behoorlijke zaak met drie medewerkers (opticiëns).
De Herman Kostelstraat (bij de markt) lag in een wijk in aanbouw. Hij keek nog over weilanden waar hij als jongetje (10-12 jaar oud) een koe heeft zien kalven en waar hij op het spoor keek van een stoomtreintje (thans, 1991, lijn 11). Dit ligt nu midden in de stad. Later is hij nog 4 jaar, als eerste, technisch oogheelkundig assistent geweest in het oogziekenhuis in Den Haag. Hierdoor moest hij op zijn 50-ste nog veel Latijn leren.
Hij was verzot op zijn hobby, elctronica en radio's bouwen. Zo was hij een van de eerste die een stereo ontvanger had.

Johannes Hendrika Clasina Niemantsverdriet [Gezinsblad] []

1. Cornelis Matthias Trouwee
2. Hendrika Clasina Trouwee
3. Johan Willem Christiaan Trouwee

Aantekeningen:

Johan voelde er niets voor om in de weverij te werken. Hij had een kruidenierswinkel aan de Morsweg, welke hij later over deed aan zijn neef Johannes Trouwee (PG-nr. 664).
Een van zijn vrienden was leerling goudsmid en had daardoor van die mooie kleine zaagjes op zak. Dat sprak hem erg aan. Johan begon als leerling bij 'Van Rossum en Deuchatel' in de Breestraat. Hij is toen een heel goede goudsmid/juwelier geworden. Hij kreeg in 1912 een baan in Den Haag aangeboden en ging daar wonen in de Hobbemastraat waar hij later een eigen zaak had. Later had hij een zaak in de Van Ostadestraat. Na de oorlog had hij een winkel annex woonhuis in de Mient. Zijn zoon is bij hem in de zaak gekomen.

Johan is geboren aan de Zijlsingel.

Johan Cornelia Matje Rijnsburger 26 aug 1913 (Civil)Leiden. Cornelia 26 dec 1886 Ter Aar; 27 nov 1945Den Haag. [Gezinsblad] []

:

• Beroep: Werkt in de weverij van Clos en Leembruggen. Verder was hij hulpkoster in de Pieterskerk.

Aantekeningen:

Een van de direkteuren van Clos en Leembruggen had hem wel eens gevraagd waarom zijn zoons niet hier kwamen werken. Hij antwoordde hierop dat ze dat zelf maar moesten uitmaken waar ze gingen werken, want zijn zoon Joop voelde niets voor de weverij.

Verblijfplaats:
Ze woonden in een hofje aan de 4e Binnenvestgracht.

Johannes Hendrika Engelina Kramer 07 sep 1875 (Civil)Leiden. Hendrika (dochter van Johan Adam Kramer en Susanna Volkert) (ca. 1852). [Gezinsblad] []

:

• Beroep: Engelina was 'warme stoven zetster' in de Pieterskerk.

:

• Beroep: dekenwerker, wever, meesterknecht

Johannes Lena Wallaert 19 sep 1849 (Civil)Leiden. Lena (dochter van Andries Wallaert en Hester Paats) 1818 Leiden. [Gezinsblad] []

Aantekeningen:

Hoewel Johannes alleen voor Nicolaas had te zorgen, had hij kennelijk toch haast om te trouwen. Twee maanden na het overlijden van Clasina hertrouwd hij. Binnen een jaar krijgt hij bij zijn tweede vrouw een tweeling waarvan er een nog geen maand leeft.

Leiden werd in korte tijd (van 1849 tot 1866) vier keer beheerst door de cholera, ookwel Aziatische braakloop genoemd. Wie die ziekte oploopt moest veel braken en vaak naar het toilet. De ziekte werd veroorzaakt door besmet drinkwater. De cholera eiste weliswaar niet zoveel slachtoffers als de pest, maar toch lieten honderden Leidenaars tijdens een epidemie het leven.
De meeste mensen dronken in die tijd al geen water meer uit de gracht. Daar was het te smerig voor. Dat gebeurde alleen in ergste nood, als er te weinig drinkwater was. Velen dronken regenwater, een aantal mensen hadden putten gegraven waarin het water met ondermeer kiezelstenen en enigzins werd gezuiverd. In geval van nood werden bijvoorbeeld de spaarbekkens onder de Hooglandse Kerk aangesproken. Twee pompen bij die kerk zijn nog het tastbare bewijs dat Leidenaars zich vroeger tijdens de droogte tegoed deden aan de grote hoeveelheden regenwater die zich in de fundamenten had opgehoopt.
Met de aanleg van de waterleiding (1878) in Leiden verdween ook de ziekte.

We zien dat Johannes van de 13 kinderen, die hij bij twee vrouwen kreeg, maar drie kinderen als stamhouder over blijven: Nicolaas, Johannes en Jeremias.

Getrouwd:
Johannes is dan wever en zou weduwe zijn van SUSANNA Maria Vavier.

Johan Susanna Volkert. [Gezinsblad] []